In de tijd dat verpleeghuizen steeds minder toegankelijk worden, kiezen veel mensen ervoor zelf te zorgen voor hun naasten. Je doet dat vrijwillig, omdat je een sociale relatie met die persoon hebt. Zoals met een familielid, vriend of buren. Mantelzorg is meestal langdurig en kan intensief zijn. Denk aan jongeren die meehelpen met de zorg voor een gehandicapt gezinslid. Of een volwassene die zorgt voor een familielid, vriend of buur. Vijf miljoen Nederlanders zijn mantelzorger.
De hulp bestaat uit verzorging maar kan ook hulp bij dagelijkse activiteiten zijn. Denk aan:
- hulp bij het huishouden zoals koken of schoonmaken;
- geestelijke steun, bijvoorbeeld bij depressie;
- verplegen van iemand met een handicap.
Soms verrichten mantelzorgers ook verpleegkundige handelingen. Door mantelzorg kan de ander zich redden, thuis blijven wonen en meedoen aan de samenleving. De hulp gaat verder dan vrijwilligerswerk of de hulp die huisgenoten aan elkaar geven.
Een mantelzorgwoning is een woning op het terrein van het huis van iemand die zorg nodig heeft. De woning is bedoeld voor de zorgverlener (vriend, familielid). Het is ook mogelijk dat de persoon die zorg nodig heeft in de mantelzorgwoning woont. In dat geval woont de zorgverlener in het bijbehorende huis.
Soorten mantelzorgwoningen
Je kunt een mantelzorgwoning in je tuin laten plaatsen. Ook kun je een aanbouw aan je huis laten bouwen. Een derde mogelijkheid is om een garage of ander bestaand bouwwerk om te bouwen tot mantelzorgwoning. Er zijn wel regels aan verbonden. Check altijd jouw gemeente voor de (on)mogelijkheden.
Een mantelzorgwoning is een woning op het terrein van het huis van iemand die zorg nodig heeft. De woning is bedoeld voor de zorgverlener (vriend, familielid). Het is ook mogelijk dat de persoon die zorg nodig heeft in de mantelzorgwoning woont. In dat geval woont de zorgverlener in het bijbehorende huis.
Vergunningsvrije mantelzorg in het buitengebied
Mantelzorg wordt steeds actueler aangezien mensen steeds langer zelfstandig willen (of soms moeten) wonen.
Bron: NVM, Niels Crooijmans
30 juni 2021
Mantelzorg wordt steeds actueler aangezien mensen steeds langer zelfstandig willen (of soms moeten) wonen. Het is dan ook niet vreemd dat mantelzorghuisvesting een veelbesproken onderwerp is. Met de ruimte in het buitengebied is een mantelzorglocatie interessant. Zowel de zorgbehoevende als de zorgverlener beschikt over privacy en toch zitten ze dicht bij elkaar. De vraag is echter: hoe regel je nu een mantelzorglocatie? Hieronder volgen de belangrijkste aandachtspunten.
Vergunningsvrij?
De tegenwoordige wet- en regelgeving biedt belangrijke vergunningsvrije opties voor de realisatie van een mantelzorgwoning. Aan welke opties moet je dan denken? Te denken valt aan:
- de realisatie van een bijgebouw;
- een bestaand bouwwerk ombouwen (denk bijvoorbeeld aan een garage);
- een bestaand bouwwerk uitbreiden;
- een mobiele mantelzorgwoning.
De mogelijkheid voor het vergunningsvrij bouwen van een mantelzorgwoning is geregeld in het Besluit omgevingsrecht. Een mantelzorgwoning wordt gezien als bijbehorend bouwwerk in de zin van dit besluit. De meeste eisen van vergunningsvrij bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden dus ook voor mantelzorgwoningen. Toch wordt in het besluit speciaal voor mantelzorgwoningen de mogelijkheden voor vergunningsvrij bouwen opgerekt.
Bijbehorend bouwwerk in het achtererfgebied
Voorvraag is wel of de mantelzorgwoning aan de twee eisen voldoet. Die eisen hebben te maken met de definitie van een bijbehorend bouwwerk en de plaats van het bouwwerk. Het betreffen de volgende:
- De woning wordt in het achtererfgebied gebouwd
Een van de eisen is dat de woning in het achtererfgebied wordt gebouwd. Bij een woonbestemming is relatief snel het achtererfgebied aanwijsbaar. Echter discussies kunnen ontstaan op een perceel met meer gebouwen, zoals vaak het geval is bij een agrarische bestemming.Het Besluit omgevingsrecht in artikel 6 Bijlage II regelt onder meer dat indien het hoofdgebouw geen woning is, maar op het perceel wel een of meer op de grond staande woningen aanwezig zijn, het achtererfgebied wordt bepaald door het hoofdgebouw, de woning of een van de andere gebouwen, waarvan de voorkant het dichtst is gelegen bij openbaar toegankelijk gebied.
Kijk bij een agrarische bestemming voor de bepaling van het achtererfgebied dus goed naar het gebouw dat het dichtst aan de openbare (toegankelijke) weg is gelegen.
- Functioneel verbondenheid
De andere eis hangt samen met de eis van functionele verbondenheid. Bij een woonbestemming zal deze eis niet snel tot problemen leiden. Bij woonbestemmingen is het hoofdgebouw evident de woning of het woongebouw.
Het Besluit omgevingsrecht voorziet in een bepaling dat ‘huisvesting in verband met mantelzorg’ als functioneel verbonden wordt gezien met het hoofdgebouw. Uit de definitie van ‘huisvesting in verband met mantelzorg’ volgt vervolgens dat een hoofdgebouw dus altijd een woning is. Die expliciete bepaling in de regelgeving was nodig, want normaliter zou een mantelzorgwoning als zelfstandige woning fungeren en niet functioneel verbonden zijn met de woning. Met deze bepaling wordt dus geconstrueerd dat de mantelzorgwoning voor de wet als functioneel verbonden wordt beschouwd.
Vanwege de voornoemde definitie van ‘huisvesting in verband met mantelzorg’ betekent het echter ook dat een vergunningsvrije mantelzorgwoning lastiger wordt op een agrarische bestemming.
Het is lastig(er) voorstelbaar dat een bouwwerk in verband met mantelzorg wordt gekwalificeerd als een bouwwerk dat functioneel verbonden kan zijn met een agrarisch bedrijfsgebouw (het hoofdgebouw op een agrarisch perceel). In planologisch opzicht zal het gebruik van een mantelzorgwoning immers niet snel gerelateerd zijn aan het gebruik van het hoofdgebouw.
Verschillende voorwaarden
Afhankelijk van de optie (type mantelzorgwoning) waarvoor wordt gekozen kunnen er wel verschillende voorwaarden gelden. Grof onderscheid moet worden gemaakt in enerzijds een niet-mobiele mantelzorgwoning en anderzijds een mobiele mantelzorgwoning. Dit heeft te maken met de extra mogelijkheden die er zijn in geval van een mobiele mantelzorgwoning. Het is daarom goed de verschillen te beseffen tussen enerzijds een niet-mobiele mantelzorgwoning en anderzijds een mobiele mantelzorgwoning.
Het verschil zit met name in de toepassing van de totaaloppervlakte die er mag staan aan bebouwing op een perceel. Zodra het gaat om een mobiele mantelzorgwoning dan wordt die eis losgelaten. Concreet zorgt dit ervoor dat in situaties waarin al is gebouwd tot het maximaal toegestane oppervlakte aan bebouwing, er toch verder mag worden gebouwd als aan bepaalde eisen wordt voldaan.
Het moet dan dus gaan om een mobiele mantelzorgwoning. Dat betekent dat de woning in zijn geheel of in delen verplaatsbaar moet zijn. Andere eisen zijn dat de oppervlakte van de woning niet meer is dan 100 m2 is en er wordt gebouwd buiten de bebouwde kom.
Lessen voor de praktijk/tips voor de praktijk:
- Er zijn vergunningsvrije mogelijkheden om een mantelzorgwoning op een perceel te realiseren.
- Belangrijk om na te gaan of aan de eis van functionele verbondenheid wordt voldaan. Bij woonbestemmingen zal dit veelal geen probleem zijn.
- Een vergunningsvrije mantelzorgwoning moet in het achtererfgebied worden gebouwd.
- Grof onderscheid moet worden gemaakt tussen mobiele en niet-mobiele mantelzorgwoningen.
- Gaat het om een mobiele mantelzorgwoning buiten de bebouwde kom? Dan is sprake van verruiming van de vergunningsvrije mogelijkheden. De maximale oppervlakte die geldt voor bebouwing wordt dan losgelaten. Wel geldt dat de oppervlakte van de woning dan maximaal 100 m2 mag zijn.
Voor meer informatie hierover: neem altijd contact op met de gemeente!